Werktijdverkorting speelt momenteel bij veel bedrijven en werkgevers een grote rol. Immers gaan door het coronavirus bedrijven dicht of hebben ze weinig tot minder werk. Dit heeft een grote invloed op zowel werkgevers en werknemers en zorgt voor veel onzekerheid. Voor de uren dat een werknemer niet kan werken, kan de werkgever werktijdverkorting aanvragen. Wat het is en hoe je dit kan aanvragen leggen wij hier uit.
Werktijdverkorting
Werktijdverkorting kan aangevraagd worden als er door bijzondere omstandigheden geen of minder werk is voor werknemers. Hierbij moet het gaan om een situatie die niet tot een normaal ondernemingsrisico gerekend wordt. Dit geldt nu bijvoorbeeld bij het coronavirus. De werkgever heeft minder werk, waardoor de werknemers minder hoeven te werken. Voor deze uren kan de werkgever een vergunningDit is een officiële toestemming van de overheid die noodzakelijk is om een bepaalde activiteit uit te mogen voeren. aanvragen bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Hierdoor wordt de werkgever tijdelijk ontzien en ontvangt de werkgever een deel van het betaalde salaris terug.
Werktijdverkorting kan worden aangevraagd als er voor minimaal 20% van de medewerkers minder tot geen werk is voor een periode van twee tot maximaal 24 weken.
De aanvraag tot werktijdverkorting
Om werktijdverkorting aan te vragen moet je eigenlijk vier stappen doorlopen. Deze stappen zijn als volgt.
Stap 1: De werkgever dient de aanvraag tot werktijdverkorting aan te vragen bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Deze aanvraagt dient goed onderbouwd te worden en de werkgever dient uit te leggen waarom er tijdelijk geen tot minder werk in het bedrijf is. Per werknemer moet de werkgever aangeven:
- Waarom de medewerker minder kan werken.
- Wanneer het contract is ingegaan en wanneer deze afloopt.
- Het aantal uren dat de werknemer in de arbeidsovereenkomst heeft.
- Het salaris.
Het Ministerie neemt vervolgens een beslissing. Als de aanvraag niet voldoende onderbouwd is dan wordt de vergunningsaanvraag vaak afgewezen. Ondanks de afwijzing, kan de werkgever alsnog een vergunning aanvragen als de juiste onderbouwing toegevoegd wordt.
Stap 2: Na ontvangst van de vergunning moet de werkgever zich melden bij het UWV. Hierdoor weet het UWVUitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen. Zij zorgen voor deskundige en efficiënte uitvoering van de werknemersverzekeringen. Denk hierbij aan de WW, WIA, WAO, WAZ, Wazo en Ziektewet. dat zij een vergoedingen dienen over te maken naar de werkgever.
Stap 3: De werkgever betaald op de gebruikelijke manier het loon uit aan de werknemers. Het UWV betaald (een deel van) het salaris terug aan de werkgever. Hoeveel het UWV terugbetaald is afhankelijk van de toegewezen vergunning.
Stap 4: De vergunning wordt vaak voor zes weken afgegeven. Mocht de situatie nog steeds hetzelfde zijn, dan kan de werkgever een verlenging van de vergunning aanvragen tot maximaal 24 weken. Als de vergunning wordt verlengd, betaald het UWV het salaris weer uit zoals bij stap 3.
Oproepkrachten, 0-urencontracten en payrolling
Voor oproepkrachten, uitzendkrachten, werknemers met een 0-urencontract en voor payrollers geldt de werktijdverkorting niet. Deze groep werknemers is namelijk niet in dienst bij de onderneming zelf of er geldt geen loondoorbetalingsverplichting.
Wijzigingen in de werktijdverkorting
Als de vergunning is toegewezen dan kan het zijn dat er bijvoorbeeld weer meer werk komt of juist minder. Dit soort informatie kan je doorgeven aan degene die jouw dossier behandelt. Standaard wordt de vergunning voor 6 weken gegeven. Hierdoor kan je als werkgever om de 6 weken je wijzigingen doorgeven indien dit uiteraard nog van toepassing is.
Advies of hulp nodig?
Mocht je nog vragen hebben of advies nodig hebben? Neem dan gerust contact op via info@snkjuristen.nl of via 085 016 0507. Wij staan je graag te woord.
Overleg uw juridische kwestie met SnK Juristen en wij helpen u verder.
Neem vrijblijvend contact met ons op.