Transitievergoeding bij ontslag

Een transitievergoeding is de vergoeding waarop je volgens de wet recht op hebt als je ontslagen wordt na een dienstverband. De transitievergoeding vervangt de kantonrechtersformule die met ingang van 1 juli 2015 is afgeschaft.

De vergoeding geldt alleen bij ontslag via de kantonrechter, het UWV of bij een aflopend contract. Bij ontslag met wederzijds (vaststellingsovereenkomst) goedvinden wordt ook vaak een ontslagvergoeding overeengekomen.

Wanneer heb ik recht op een transitievergoeding?

Sinds de komst van de WAB heeft iedereen recht op een transitievergoeding. Ook al heb je één dag gewerkt of 10 jaar, de werkgever dient je (vaak) een transitievergoeding uit te betalen. Als stelregel kan je aannemen dat indien de werkgever de arbeidsovereenkomst ontbindt of opzegt op zijn initiatief, de werkgever een transitievergoeding verschuldigd is. 

Wanneer geen recht op transitievergoeding?

In sommige gevallen heb je geen recht op een transitievergoeding. Dit is bijvoorbeeld zo als: 

  • Het ontslag vanwege het bereiken van de AOW- of pensioengerechtigde leeftijd is;
  • Het ontslag het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer;
  • Als de werkgever in staat van faillissement is verklaard of surseance van betaling is verleend.

Hoogte transitievergoeding

De hoogte van de vergoeding is afhankelijk van de werkelijke gewerkte dienstjaren en dagen. De transitievergoeding wordt dus berekend naar de duur van het contract. In principe krijgt een werknemer 1/3 bruto salaris mee per dienstjaar. Om het makkelijker te maken geven wij de volgende voorbeelden.  

Stel een werknemer is 9 jaar in dienst bij dezelfde werkgever en ontvangt € 3.000, – bruto per maand. De werkgever besluit om de werknemer een vaststellingsovereenkomst te geven en de werknemer stemt hiermee in. De werkgever dient de werknemer dus een transitievergoeding uit te betalen.

De totale vergoeding die de werkgever dient te betalen bedraagt:
9 dienstjaren * 1/3 dienstverband ( € 1.000, -) = € 9.000, – bruto aan transitievergoeding.

Ook als werknemers een jaar en een aantal dagen en/of maanden heeft gewerkt dient de transitievergoeding naar de werkelijk duur berekend te worden. Hierom geven wij nog een voorbeeld: 

Stel dezelfde werknemer heeft 9 jaar en 4 maanden gewerkt. De werknemer krijgt zoals hiervoor berekend een vergoeding van € 9.000, – bruto voor de 9 gewerkte jaren. 

Voor de overige 4 maanden geldt de formule:
(feitelijk ontvangen bruto salaris / bruto maandsalaris) * (1/3 bruto maandsalaris / 12 maanden).

Dit komt dus op de volgende formule uit:
(€ 12.000 / € 3.000, -) * (€ 1.000 / 12) = € 333,33

De werknemer ontvangt hierdoor een transitievergoeding van € 9.333,33 bruto. 

Transitievergoeding na 2 jaar ziekte

Ook werknemers waarvan de arbeidsovereenkomst na 2 jaar ziekte wordt beëindigd hebben recht op de transitievergoeding. De werkgever heeft bij deze transitievergoeding recht op compensatie door het UWV.

Tijdig opeisen transitievergoeding

Het kan gebeuren dat de werkgever de vergoeding niet betaald, of dat de werkgever tijd aan het rekken is. Het is namelijk zo dat de vergoeding binnen 3 maanden na beëindiging van de arbeidsovereenkomst moet worden opgeëist. De rechters zijn tot nu toe onverbiddelijk: als het verzoek niet tijdig bij de rechtbank is ingediend, dan sta je als werknemer met lege handen! Neem daarom altijd tijdig contact op met een van onze juristen. Zij kunnen de vergoeding dan alsnog vorderen bij de kantonrechter. Ook voor het laten toetsen van de vaststellingsovereenkomst kan je bij ons terecht.

Overleg uw juridische kwestie met SnK Juristen en wij helpen u verder.

Neem vrijblijvend contact met ons op.

Interresant artikel?

Deel op Facebook
Deel op Twitter
Deel op LinkedIn