Airbnb is de laatste maanden veelvoudig in het nieuws geweest in verband met de servicekosten die zij in rekening brengen bij huurders. Zo is er recent een uitspraak geweest door de kantonrechter over deze servicekosten en of deze in rekening gebracht mochten worden. Weten hoe het zat in deze zaak? Wij leggen het uit.
De zaak
Een huurder had tussen 2016 en 2018 zeven vakantiewoningen gehuurd via Airbnb. Hiervoor moest de huurder in totaal € 470 euro aan servicekosten betalen. Tegelijkertijd moest de verhuurder ook een vergoeding van 15% aan Airbnb betalen.
De huurder was het hier niet mee eens omdat de wet aangeeft dat bemiddelingskosten voor een huurwoning verboden zijn om te vorderen. Wel dient de bemiddelaarIemand die helpt om een overeenkomst tot stand te brengen. Meer dan zowel werkzaamheden te verrichten voor de verhuurder als voor de huurder. Aangezien Airbnb aan beide partijen een vergoeding vroeg, was dit dus verboden. Aldus de huurder.
Het verweerTegenwoord. Meer
Airbnb had tijdens de procedure aangevoerd dat zij geen bemiddelaar zijn, maar alleen een platform bieden waarop partijen woningen kunnen aanbieden en opzoeken. Airbnb zei bovendien dat zij onder de ierse wetgeving vallen en dus niet onder Nederlandse regels.
Airbnb beroepte zich op een uitspraak van het Europees HofOrganisatie van de Raad van Europa. Meer omdat dit Hof onlangs oordeelde dat het een platform was en geen makelaar. Ook voerde ze aan dat ze niet onderhandelde of partijen vertegenwoordigen.
Oordeel rechter
De rechters gingen daar niet in mee. Airbnb “bemoeit” zich namelijk actief met alle aspecten van de totstandkoming van de huurovereenkomst’, zoals de zoekresultaten en de prijs, aldus de rechter.
Ook was de rechter het niet eens met het verweer dat Airbnb onder Ierse regelgeving valt. In de algemene voorwaarden van Airbnb stond namelijk dat ze de lokale wetgeving volgen om hiermee de consument te beschermen. Aangezien de consument in de Nederlandse wet extra beschermd wordt was de rechter van mening dat het Nederlands recht gelde op Airbnb.
Door de bepaling in de Nederlandse wet die de huurder had benoemd was de rechter van mening dat Airbnb twee kanten diende en dus geen servicekosten bij de huurder in rekening mocht brengen. De rechter oordeelde dan ook dat Airbnb de servicekosten moet terugbetalen en Airbnb werd veroordeeld in de proceskosten.
Airbnb en servicekosten
Aangezien het in deze zaak om een bedrag van €470, – ging kon Airbnb niet in hoger beroepHet opnieuw behandelen van een rechtszaak door een hogere rechter. Meer gaan tegen deze uitspraak. Er geldt namelijk een drempel van € 1.750, – om hoger beroep in te stellen.
Ondertussen zijn er wel al andere huurders die overwegen om naar de rechter te stappen om ook hun geld terug te vragen. Mochten deze bedragen boven de € 1750, – uitkomen dan heeft Airbnb al aangegeven om dan wel hoger beroep in te stellen.
Wel heeft Airbnb ondertussen een rechtszaak gestart om zo bovengenoemde uitspraak ongedaan te maken. Zij willen met deze zaak een principiële uitspraak krijgen van de Hoge RaadHoogste rechter in civiele zaken, strafzaken en belastingzaken. Meer over de servicekosten. Immers als de Hoge Raad een uitspraak doet, zal deze uitspraak door alle andere rechters in Nederland gevolgd worden. Het oordeel in deze uitspraak is nog niet bekend.
Mocht u ook een soortgelijke kwestie hebben of wilt u juridische hulp of advies? Schroom dan niet om contact op te nemen, wij staan u graag te woord
Overleg uw juridische kwestie met SnK Juristen en wij helpen u verder.
Neem vrijblijvend contact met ons op.