Ontslag op staande voet en transitievergoeding

Een werknemer krijgt ontslag op staande voet aangezien de werknemer dronken op het werk verschijnt. De werknemer is het hier niet mee eens en vecht het ontslag op staande voet aan bij de rechter. De werknemer verzoekt daarbij om een transitievergoeding en een billijke vergoeding indien de rechter van mening is dat het ontslag op staande voet terecht gegeven is. Maar is dit wel redelijk en kan een werknemer die ontslag op staande voet krijgt recht hebben op een transitievergoeding? Hier heeft de Hoge Raad een oordeel over gegeven.

Het ontslag op staande voet

De betreffende werknemer trad in 1991 bij Dräger in dienst als magazijnbeheerder/bediende. Zoals vermeldt had de werknemer ontslag op staande voet gekregen omdat hij zich niet hield aan het bedrijfsregelement van Dräger. In het bedrijfsregelement stond namelijk dat alle werknemers voor aanvang en tijdens de werktijd niet onder de invloed van alcohol, drugs en/of medicijnen mogen verkeren.

In 2015 verschijnt de werknemer ruikend naar de alcohol op zijn werk en Dräger gaf de werknemer hierdoor een officiële waarschuwing. In 2016 verschijnt de werknemer helaas weer ruikend en onder de invloed van alcohol op het werk. Hierdoor besluit Dräger om de werknemer ontslag op staande voet te geven.

Werknemer is het niet eens met het gegeven ontslag op staande voet en besluit om dit ontslag aan te vechten bij de rechter. De werknemer verzoekt om het ontslag terug te draaien omdat er geen dringende reden was. Dit houdt ook in dat Dräger het loon moet blijven doorbetalen. Mocht de rechter wel vinden dat het ontslag terecht gegeven is dan verzoekt de werknemer om een transitievergoeding en een billijke vergoeding toe te kennen. Werkgever is het met beide niet eens en voert verweer tegen het ingenomen standpunt.

Het oordeel van de kantonrechter en het gerechtshof

Zowel de kantonrechter als het gerechtshof oordeelde dat de werknemer een geldig ontslag op staande voet had gekregen. De werknemer handelde ernstig verwijtbaar door dronken op het werk te verschijnen. Beide oordeelde dan ook dat de werknemer hierdoor geen recht had op een transitievergoeding of een billijke vergoeding.

Aangezien de werknemer het niet eens was met beide oordelen heeft de werknemer cassatie ingesteld en kwam de zaak bij de Hoge Raad.

Hoge Raad

De werknemer stelde aan de Hoge Raad de vraag of een transitievergoeding verschuldigd is bij een ontslag op staande voet. De Hoge Raad oordeelde dat een ontslag op staande voet ook kon betekenen dat er wel sprake was van een dringende reden, maar niet van verwijtbaar handelen (of nalaten) van de werknemer. Op het moment dat er geen sprake is van verwijtbaar handelen of een nalaten van de werknemer kan er sprake zijn van uitbetaling van de transitievergoeding.

De Hoge Raad oordeelde in deze zaak dat de werknemer voldoende gemotiveerd had dat hij een alcoholverslaving had. Daardoor kon er wat hen betreft geen ernstig verwijt worden gemaakt naar de werknemer voor het verschijnen onder invloed op het werk. De Hoge Raad oordeelde dus dat indien er sprake is van een ontslag op staande voet er ook te allen tijde gekeken dient te worden naar de situatie van de werknemer. Als de werknemer niet ernstig verwijtbaar gehandeld heeft of iets nagelaten heeft, dan kan de werknemer recht hebben op een transitievergoeding.

Juridische hulp of advies

Heeft u als werkgever of als werknemer te maken met een situatie waarbij u ontslag op staande voet krijgt of wilt geven? En wilt u weten of u eventueel een transitievergoeding moet betalen of moet krijgen? Neem dan gerust contact met een van onze juristen op, wij staan u graag te woord.

Overleg uw juridische kwestie met SnK Juristen en wij helpen u verder.

Neem vrijblijvend contact met ons op.

Interresant artikel?

Deel op Facebook
Deel op Twitter
Deel op LinkedIn